Door RTL Nieuws··Aangepast:
RTL
Een derde van de basisscholen voldoet niet aan de wettelijke norm van 90 minuten bewegingsonderwijs per week, blijkt uit onderzoek. Het lukt scholen vaak niet de norm te halen door het gebrek aan beschikbare gymzalen of volle lesroosters.
“We zitten bijna aan die 90 minuten”, zegt Marlies van Gelderen. Ze is vakleerkracht bewegingsonderwijs (gymleraar) bij kindcentrum De Kloostertuin in Assen. De kinderen die daar op school zitten krijgen twee keer 40 minuten gymles. “Dat we de norm niet helemaal halen komt door het sporthallentekort. We delen de beschikbare zalen met de vier andere scholen in de buurt. Doordeweeks zit alles vol.”
Het is niet de enige school die het zalentekort opgeeft als reden waarom de norm niet wordt gehaald. Eén op de vier schoolleiders en vakleerkrachten geeft aan dat het niet lukt anderhalf uur gymles per week te geven aan alle klassen omdat er onvoldoende gymzalen beschikbaar zijn. Bijna een derde zegt dat het lesrooster te vol is en daardoor de norm niet wordt gehaald, blijkt uit het onderzoek van het Mulier Instituut. Vooral in groep 1 en 2 lukt het volgens het sportonderzoeksinstituut vaak niet om hier aan te voldoen.
1,5 uur gym verplicht
Omdat veel kinderen te weinig bewegen en er zorgen zijn over de motorische ontwikkelingen van de basisschoolleerlingen, werd in 2020 een wet aangenomen om kinderen in elk geval op school meer in beweging te krijgen. In de wet staat dat vanaf het schooljaar 2023/2024 minimaal 90 minuten bewegingsonderwijs per week moet worden gegeven door een bevoegde leerkracht.
Sommige scholen lossen het tekort aan binnenzalen op door buiten les te geven. In onderstaande video zie je hoe dat eraan toe gaat:
Het afgelopen jaar lukte het 92 procent van de scholen wél de lessen te laten geven door een bevoegd vakdocent. De scholen die niet aan de eisen voldoen, geven aan niet actief aan de slag te zijn met een oplossing.
Vakleerkracht Van Gelderen: “Veel andere scholen in Nederland hebben net als wij een zaaltekort. Dit is niet zo makkelijk op te lossen.” Terwijl volgens haar sport juist heel belangrijk is voor kinderen. “Kinderen leren omgaan met tegenslagen, verrassingen en hoe je samenwerkt. Uit onderzoek blijkt ook dat kinderen opgeladen aan de les beginnen na het bewegen.”
‘Rekenen belangrijker’
De problemen zitten volgens van Gelderen ook in de financiën. “Een geschoold vakdocent kost geld. Scholen kiezen daarom soms voor een extra onderwijsassistent in plaats van een vakdocent. Gym is soms een beetje een ondergeschoven kindje. De focus ligt vaak meer op taal en rekenen. Ik snap het deels ook wel, want daar wordt een school op beoordeeld, op gym niet.”
Reactie staatssecretaris Mariëlle Paul (OCW)
“Het is belangrijk dat kinderen voldoende gymles krijgen. Dit legt de basis om later gezond door het leven te gaan. Alle scholen in het primair onderwijs horen te voldoen aan de wettelijke norm. Ik vind daarom dat scholen hun uiterste best moeten doen om wèl twee keer per week 45 minuten gymles te geven. Scholen en gemeenten hebben zich drie jaar kunnen voorbereiden op deze norm, die er ook op uitdrukkelijke wens van de Kamer is gekomen.”
“Ik zie dat gymlessen in de roosters verwerken een uitdaging is voor scholen, door de overladenheid van het programma. Dat is zorgelijk: niet alleen vanwege de benodigde tijd voor sport en bewegen, maar zeker ook vanwege de prioriteit die ik wil geven aan lezen, schrijven en rekenen. Ik werk daarom aan herziening van het curriculum, met een scherpere focus om zo die overladenheid terug te dringen.”