Schaatsster Antoinette Rijpma-de Jong kent het belang van de NK afstanden die op 28 december beginnen. Een uitgebreide kerstviering zit er daarom niet in. De wereldkampioene op de 1500 meter wil zich op drie afstanden plaatsen voor de EK en WK afstanden.
“Het is al het twaalfde jaar dat ik geen kerst vier. Zolang ik schaats, is de volle focus op het schaatsen. Dat snapt mijn familie ook. Natuurlijk gaan we kerstavond en eerste kerstdag gezellig maken, maar niet uit eten of met veel mensen bij elkaar. Ik wil vooral niet ziek worden”, vult de 28-jarige Friezin nog aan.
Rijpma-De Jong veroverde afgelopen maart in Heerenveen de wereldtitel op de 1500 meter en wil die verdedigen in februari in Calgary. Daarvoor moet ze zich eerst plaatsen door bij de NK afstanden bij de eerste drie per afstand te eindigen. “Dit is wel het moment dat het seizoen maakt of breekt. Ik heb ook eens geen enkele afstand gehaald. Toen was ik daarvoor ziek geweest en reed ik slecht.”
De schaatsster van Jumbo-Visma is daar resoluut over. “Dan is het eigenlijk gewoon een weggegooid seizoen. Dat is echt verschrikkelijk. Dus probeer ik er nu alles aan te doen dat dat niet weer gebeurt.”
Aan het begin van dit seizoen, eind oktober, greep ze net naast een startbewijs voor de wereldbeker op de 3000 meter. Door afmeldingen kon ze op de eerste wedstrijd in Obihiro toch starten en haalde meteen brons. “Ik hoor daar ook gewoon thuis. Alleen was het op het kwalificatietoernooi net niet. Fysiek voelde ik me toen niet oké. Nu voel ik me echt tien keer beter.”
Haar programma is altijd vol. Naast de 1500 meter rijdt ze ook de 1000 meter, waarop ze op de WK zilver achter Jutta Leerdam pakte en de 3000 meter. In de training vooraf aan dit toernooi is dat best een puzzel. “Ik zit meer in het lichaam van een sprinter, maar kan die 3000 en 5000 meter ook aan. Sinds ik op andere schoenen ben gaan rijden, kan ik mijn kracht veel meer kwijt en zit ik makkelijker in een sprintersslag. Nu moet ik echter meer op duur trainen voor de langere afstanden. Dat maakt het best lastig. Maar ik vind het ook mooi dat ik nog zo veel kan met mijn lichaam.”
Rijpma-De Jong legt uit dat het twee verschillende technieken voor haar zijn, of ze een sprint rijdt of een langere rit. “Als ik goed wil zijn op langere afstanden moet ik minder sprinten, maar ik wil die 1000 meter juist rijden en ook gebruiken voor mijn eerste rondje op de 1500 meter. De 3000 is juist weer goed voor mijn slotrondje. En die 1500 meter is toch een beetje mijn afstand geworden.”