Tegenwoordig is de kans op zo’n infectie ontzettend klein. Maar tientallen jaren terug raakten in ons land ongeveer 150 mensen geïnfecteerd. Cees Smit is één van hen. Hij heeft hemofilie, een stollingsstoornis, en raakte door een bloedtransfusie besmet met hiv en hepatitis C. “Van die hiv-besmetting heb ik in 1990 last gekregen, relatief laat in de tijd.”
Nieuw medicijn
Op dat moment stond er pas een behandeling in de kinderschoenen. “Daar heb ik van kunnen profiteren. Want als ik er eerder last van had gekregen, dan was ik waarschijnlijk ook veel eerder overleden.”
In de beginperiode waren de medicijnen echter niet zo goed, legt Smit uit. “Dus ik heb een acute nierstilstand gekregen als bijwerking. Nu is die medicatie verbeterd, maar de nierschade heb ik nog steeds.” Bij verdere verslechtering moet Smit dan ook aan de dialyse.
Wachten op excuses
Voor de hiv-besmetting heeft Smit, net als gelijkgestemden, een financiële compensatie en excuses van de overheid gekregen. “Maar de hepatitis C-patiënten, een veel grotere groep, wacht hier na 40 jaar nog steeds op”, zegt Arnoud Plat van de Nederlandse Vereniging voor Hemofiliepatiënten (NVHP).
“Mensen hebben er nog steeds last van”, zegt Plat. “Er zijn ook nog patiënten die overlijden aan de gevolgen hiervan. Maar men wilde niet aan een compensatie voor hepatitis C.”
Onderzoek ombudsman
Waarom wel erkenning voor de mensen met hiv en niet voor mensen met hepatitis C? “Over hiv hebben we door een onderzoek via de nationale ombudsman gedeeltelijk gelijk gekregen: er waren fouten gemaakt door de overheid”, vertelt Smit. “Maar hepatitis C is toen eigenlijk niet onderzocht, dat is ook de reden dat de overheid daarvoor geen compensatie heeft gegeven.”
Erkenning
Net als de NVHP hoopt Smit dan ook op excuses en compensatie voor mensen met hepatitis C. Voor hem en gelijkgestemden waren de excuses van de overheid in 1996 waardevol. “Ik denk dat dat voor iedereen op een dusdanig persoonlijke manier is gebeurd, dat mensen zich daar echt erkend door voelden.”
“Dat gaat denk ik veel verder dan die financiële tegemoetkoming”, besluit hij. “Die is heel prettig om geldproblemen de wereld uit te helpen, maar het is veel belangrijker dat mensen persoonlijke excuses krijgen van mensen die indirect een soort van verantwoordelijk zijn.”